Is jouw kamer een prachtig paradijs of een echt rommelkot? Ben jij een beetje zoals kleine Muis? Het was lente in het bos, en alles rook heerlijk fris. De bloemen bloeiden, de vogels floten, en moeder Muis was druk bezig met schoonmaken. “Kleine Muis,” zei ze terwijl ze haar bezem in de hoek zette, “het is tijd voor de lenteschoonmaak. Je kamer ligt vol speelgoed en spullen die een plek verdienen”. Kleine Muis trok een sip gezicht. “Opruimen is saai, ik wil spelen!” riep hij en zonder iets te doen rende hij naar buiten om te spelen met zijn vriendjes. Na een tijdje merkte kleine Muis dat hij zijn favoriete knikker kwijt was. Hij holde naar huis en vroeg aan zijn moeder Muis; “Mama, heb jij mijn knikker gezien?”. Moeder Muis schudde haar hoofd. “Nee kleine Muis, misschien in je kamer? Kleine Muis ging terug naar zijn kamer, maar wilde nog steeds niet opruimen. “Opruimen is stom!’ mompelde hij. De volgende dag was kleine Muis weer iets kwijt, zijn raceauto. Hij rende opnieuw naar moeder Muis. “Mama, weet je waar mijn raceauto is?”. “Ik weet het niet, kleine Muis” zei moeder met een zucht. “Misschien vind je hem als je gaat opruimen”. Dit keer besloot kleine Muis het te proberen. Hij begon met opruimen, beetje bij beetje. Hij stopte zijn blokken in de mand, legde zijn boeken netjes op de plank, en toen…onder zijn bed vond hij zijn knikker en zijn raceauto! “Ik heb ze gevonden!” riep kleine Muis blij! Zijn kamer zag er schoon en netjes uit. Vanaf die dag hield kleine Muis zijn kamer netjes en werd opruimen zelfs een beetje leuk!